Les Saintes Maries de la Mer
Historische Informatie
Middenin de Rhône-delta tussen de Middellandse Zee en de beroemde Camargue gelegen, ontleent het stadje Les Saintes Maries de la Mer
haar naam aan de oeroude geschiedenis van twee heilige Maria’s, die daar hebben gewoond: (in het
Frans) Marie Jacobé en Marie Salomé.
De geschiedenis van deze stad is nauw verbonden met de Provençaalse overlevering, volgens welke – in het prille begin van onze jaartelling (rond het jaar 44-45) – een rank scheepje afkomstig uit het Heilige Land op deze plaats is gestrand, waarschijnlijk op de plek van een Romeins kamp: Oppidum Râ. Later is deze oude vesting verzwolgen door de zee. Tijdens de Christenvervolging, die vooral door Herodes Agrippa werd aangewakkerd, zijn een aantal volgelingen van Jezus verbannen en in een boot de Middellandse Zee opgestuurd … zonder zeil, zonder roer en zonder roeiriemen, als straf voor hun trouw aan Christus. Opmerking: Deze vorm van verbanning werd in die tijd vaker door de Romeinen toegepast; blijkbaar hun manier om zich te ontdoen van ongewenste inwoners/illegalen !? Onder de terechtgestelden bevonden zich: - Marie Salomé, moeder van de apostel Jacobus, - Marie Jacobé, zuster of nicht van de Maagd Maria, - Marie Madeleine (in het Nederlands: Maria Magdalena), - Lazarus (Frans: Lazaire) en zijn zuster Martha (Marthe), - Maximinius (Maximin) en Sidonius (Sidoine) de blinde uit Jericho. De overlevering vertelt ons dat de donkergekleurde Sara zich bij het groepje voegde: terwijl de boot het ruime sop koos smeekte ze om mee te mogen. Maar zoals bij veel legendes en geloofsovertuigingen van toepassing is, bestaan er meerdere versies van de feitelijkheden. Sommigen beweerden dat de reis zou zijn gemaakt op een schip of galei dat een soort van ‘regelmatige lijndienst’ onderhield tussen Palestina en Europa. Ook het leven van Sara zou diverse overtuigingen en versies hebben voortgebracht: - Er waren mensen die beweerden dat zij al geruime tijd hier aan land woonde toen zij de ‘Heilige Dames’ zou hebben opgevangen. Laatstgenoemden zouden haar hebben bekeerd tot het Christendom en zij zou hun slavin zijn geworden. - Sara, afkomstig uit Egypte, abdes van een klooster in Libië. - Sara, overlevende uit Atlantis.
Marie Jacobé en Salomé, die beiden al ruimschoots op leeftijd waren, bleven alleen achter op deze plek van ontscheping in gezelschap van Sara. Hun reisgenoten verspreidden zich en begonnen Gallië te evangeliseren. Martha begaf zich naar het stadje Tarascon waar zij met een kruisteken de fabuleuze Tarasque tot bedaren zou hebben gebracht, een amfibisch monster dat vanuit de Rhône opdook om kinderen en vee te verslinden. Zij wijdde haar leven aan de evangelisatie van dit stadje waar zij na haar dood is begraven. |
|||
Maria Magdalena ging op weg naar het ‘Massif de la Sainte Baume’. Zij ging wonen in een vochtige grot, die praktisch
ontoegankelijk was voor mensen, met (zoals de overlevering vertelt) 'als enige kleding haar enorme haardos'.
Maria Magdalena 'deed gedurende 30 jaren boete voor haar zonden'.
Opmerking: in Palestina zou zij vóórafgaande aan haar leven met Jezus als zondige vrouw/hoertje hebben geleefd/gewerkt. Na haar dood is zij begraven in de (huidige) plaats Saint Maximin de la Sainte Baume, op de plek waar later een basiliek is gebouwd. In de crypte van deze basiliek is de schedel van Marie-Madeleine te zien! Lazarus reisde naar Marseille en Maximinius (Saint Maximin) is naar Aix en Provence gegaan om het evangelie te verkondigen. En zo begon de evangelisatie van Gallië, vanaf de eerste eeuw van onze jaartelling, vanuit de Provence die veelal wordt beschouwd als de wieg van het Christendom (!). Marie Jacobé en Salomé, die op hun landingsplek zijn gebleven, verkondigden ook de blijde boodschap. En er werd écht geluisterd naar deze twee vrouwen, want zij hadden Jezus aan het kruis gezien en zij waren getuigen geweest van de opstanding van Christus! Hun verhaal werd ondersteund door wonderen, zoals het ontspringen van een zoetwaterbron die nog altijd de put van de huidige kerk voedt. Marie Jacobé en Salomé stierven enige maanden na elkaar, spoedig gevolgd door Sara. Saint Trophime, afkomstig uit Arles, heeft hun de laatste sacramenten gegeven en heeft hoogstwaarschijnlijk hun begrafenis verzorgd. De ‘Heilige Dames’ zijn alle drie begraven dichtbij het kapelletje dat zij zelf hebben gebouwd. |